# Stiefzus ![rw-book-cover](https://cdn.kobo.com/book-images/20f2eed6-d0ed-4a88-bc5d-abc2c03a460b/stiefzus.jpg) URL:: https://www.kobo.com/ebook/stiefzus Author:: Jennifer Donnelly ## Highlights > ‘Je bent lelijk, Isabelle. Dom. Vormeloos als een knoedel. Ik kon zelfs de zoon van het schoolhoofd, een ezel met X-benen, niet zover krijgen dat hij met je trouwde. Nu wacht er achter die deur een prins – een príns, Isabelle – en het enige wat je hoeft te doen om hem de jouwe te maken is een paar tenen afsnijden. Alleen maar een paar nutteloze teentjes… > Luister naar me, kind, en luister goed. Liefde is lijden. Liefde is opoffering. > Hoe eerder je dat leert, hoe beter. > ‘Schoonheid wint altijd,’ zei Isabelle verbitterd. > ‘Nou ja, ze kunnen natuurlijk altijd nog non of gouvernante worden, of wat het ook is dat lelijke meisjes doen.’ > ‘Ik ben niet bang voor een leger leeuwen dat wordt aangevoerd door een schaap. Ik vrees een leger schapen dat wordt aangevoerd door een leeuw > Sommige jongens zouden haar een vrolijk verhaal hebben verteld over dat de strijdkrachten van de koning natúúrlijk de oorlog zouden winnen, om een gevoelig meisje als zij niet van streek te maken. Felix niet. Hij had de dingen nooit mooier gemaakt dan ze waren. Dat vond ze nu juist zo geweldig aan hem. > Zo gemeen te doen, terwijl meisjes lief en aardig horen te zijn. Lelijk te zijn terwijl meisjes mooi horen te zijn. Dat was een belediging. Voor hem. Voor het hele dorp. Voor heel Frankrijk! > . Zonder die spiegel ben ik niets. Hij > vertelt me wie ik ben.’ > Je bent sterk. Zo sterk,’ zei Maman. ‘Dat zag ik al in je toen je nog maar net geboren was. Het heeft me altijd angst aangejaagd, die kracht van je. Soms wiegde ik je in mijn armen en dan dacht ik: waar ter wereld is er een plaats voor zo’n sterk meisje > . Ze opende haar ogen, haalde diep adem en stond op. > Isabelle was tot dat onmogelijke in staat omdat ze een gave had, een gave die veel waardevoller was dan een mooi gezichtje of kleine, sierlijke voetjes. > Isabelle had een sterke wil. > Ze wist niet dat dat een goede eigenschap was voor een meisje, want iedereen had haar altijd verteld dat het iets verschrikkelijks was. Iedereen zei altijd dat het slecht zou aflopen met wilskrachtige meisjes. Iedereen zei dat meisjes zich moesten schikken naar degenen die wisten wat voor hen het beste was. > Isabelle was nog maar jong, zestien pas; ze had nog niet begrepen dat iedereen dom is. > ‘Ik zou willen dat jullie nooit waren gekomen. Jullie bedenken altijd… dingen,’ zei hij. ‘Dat hoort niet. Dat mogen meisjes niet. Het is aan de mannen om te denken. > Zij zal nooit trouwen,’ zei hij. ‘Geen man wil een vrouw die niet doet wat haar wordt opgedragen > ‘Deze wereld, de mensen die er wonen – mijn moeder, Tantine… Ze delen mensen in. Stoppen ze in kratten. Jij bent een ei. Jij bent een aardappel. Jij bent een kool. Ze vertellen ons wie we zijn. Wat we zullen doen. Wat we zullen worden > Een mooi meisje moet de wereld behagen. Maar een lelijk meisje? Haar staat het vrij zichzelf te behagen. > Ze waren niet mooi, deze vrouwen. Mooi schoot als beschrijving mijlenver te kort. > Ze waren sluw. Machtig. Geslepen. Trots. Gevaarlijk. > Ze waren sterk. > Ze waren dapper. > Ze waren beeldschoon. > Uiteindelijk, na wat Isabelle > ‘Dat gevoel dat je krijgt als je iemand helemaal wilt bezitten, lichaam en ziel, als je haar bij alle anderen weg wilt halen, zodat je haar de rest van je leven helemaal voor jezelf hebt,’ zei Hugo dromerig. ‘Dat heet liefde.’ > ‘Nee, dat heet ontvoering,’ zei Tavi > Ik wilde boeken. Ik wilde wiskunde en wetenschap. Ik wilde een goede opleiding,’ zei Tavi met ogen die schitterden van de emotie. ‘Maar ik kreeg korsetten, japonnen en schoenen met hoge hakken. Dat maakte me verdrietig, Hugo. En vervolgens maakte het me boos. Dus nee, ik kan niet wat sympathieker zijn. Dat heb ik geprobeerd. Keer op keer. En het werkt niet. Als ik mezelf al geen leuk mens vind, waarom zou jij dat dan wel vinden?’ > Wie heeft ons tegen elkaar opgezet, Ella, vroeg ze zich af. Waren het die mannen? Was het Maman? Of was het gewoon de wrede wereld in het algemeen? > Toen stond ze op en fluisterde tegen de lengende schaduwen: ‘Ik haat jou helemaal niet, Ella. Ik heb jou nooit gehaat. Alleen mezelf > In Isabelles binnenste leeft een wolf. Ze doet haar best hem in bedwang te houden, maar zijn honger groeit. Hij breekt haar ruggengraat en verslindt haar hart. > Ren naar huis. Sla de deur achter je dicht. Schuif de grendel ervoor. Het helpt allemaal niets. > De wolven in het woud hebben scherpe tanden en lange klauwen, maar juist de wolf in je binnenste zal je verscheuren. > Anders-zijn was niet iets wat werd gewaardeerd in een kaas. > Of in een meisje. > ‘Negeer ze,’ zei hij tegen Isabelle. ‘Wat ze zeiden… Het is niet waar.’ > ‘Waarom zeggen ze het dan?’ vroeg Isabelle zachtjes. > Felix keek naar haar. Naar dat meisje. Dat moe en vuil was, doorweekt van het bloed en het zweet, maar rebels. Dat meisje. Dat drie hulpeloze dieren die niemand meer wilde hebben van de slacht had gered. > ‘Dat is niet de vraag, Isabelle,’ antwoordde hij al even zachtjes. ‘De vraag is: waarom geloof je hen?’ --- Title: Stiefzus Author: Jennifer Donnelly Tags: readwise, books date: 2024-01-30 --- # Stiefzus ![rw-book-cover](https://cdn.kobo.com/book-images/20f2eed6-d0ed-4a88-bc5d-abc2c03a460b/stiefzus.jpg) URL:: https://www.kobo.com/ebook/stiefzus Author:: Jennifer Donnelly ## AI-Generated Summary None ## Highlights > ‘Je bent lelijk, Isabelle. Dom. Vormeloos als een knoedel. Ik kon zelfs de zoon van het schoolhoofd, een ezel met X-benen, niet zover krijgen dat hij met je trouwde. Nu wacht er achter die deur een prins – een príns, Isabelle – en het enige wat je hoeft te doen om hem de jouwe te maken is een paar tenen afsnijden. Alleen maar een paar nutteloze teentjes… > Luister naar me, kind, en luister goed. Liefde is lijden. Liefde is opoffering. > Hoe eerder je dat leert, hoe beter. > ‘Schoonheid wint altijd,’ zei Isabelle verbitterd. > ‘Nou ja, ze kunnen natuurlijk altijd nog non of gouvernante worden, of wat het ook is dat lelijke meisjes doen.’ > ‘Ik ben niet bang voor een leger leeuwen dat wordt aangevoerd door een schaap. Ik vrees een leger schapen dat wordt aangevoerd door een leeuw > Sommige jongens zouden haar een vrolijk verhaal hebben verteld over dat de strijdkrachten van de koning natúúrlijk de oorlog zouden winnen, om een gevoelig meisje als zij niet van streek te maken. Felix niet. Hij had de dingen nooit mooier gemaakt dan ze waren. Dat vond ze nu juist zo geweldig aan hem. > Zo gemeen te doen, terwijl meisjes lief en aardig horen te zijn. Lelijk te zijn terwijl meisjes mooi horen te zijn. Dat was een belediging. Voor hem. Voor het hele dorp. Voor heel Frankrijk! > . Zonder die spiegel ben ik niets. Hij > vertelt me wie ik ben.’ > Je bent sterk. Zo sterk,’ zei Maman. ‘Dat zag ik al in je toen je nog maar net geboren was. Het heeft me altijd angst aangejaagd, die kracht van je. Soms wiegde ik je in mijn armen en dan dacht ik: waar ter wereld is er een plaats voor zo’n sterk meisje > . Ze opende haar ogen, haalde diep adem en stond op. > Isabelle was tot dat onmogelijke in staat omdat ze een gave had, een gave die veel waardevoller was dan een mooi gezichtje of kleine, sierlijke voetjes. > Isabelle had een sterke wil. > Ze wist niet dat dat een goede eigenschap was voor een meisje, want iedereen had haar altijd verteld dat het iets verschrikkelijks was. Iedereen zei altijd dat het slecht zou aflopen met wilskrachtige meisjes. Iedereen zei dat meisjes zich moesten schikken naar degenen die wisten wat voor hen het beste was. > Isabelle was nog maar jong, zestien pas; ze had nog niet begrepen dat iedereen dom is. > ‘Ik zou willen dat jullie nooit waren gekomen. Jullie bedenken altijd… dingen,’ zei hij. ‘Dat hoort niet. Dat mogen meisjes niet. Het is aan de mannen om te denken. > Zij zal nooit trouwen,’ zei hij. ‘Geen man wil een vrouw die niet doet wat haar wordt opgedragen > ‘Deze wereld, de mensen die er wonen – mijn moeder, Tantine… Ze delen mensen in. Stoppen ze in kratten. Jij bent een ei. Jij bent een aardappel. Jij bent een kool. Ze vertellen ons wie we zijn. Wat we zullen doen. Wat we zullen worden > Een mooi meisje moet de wereld behagen. Maar een lelijk meisje? Haar staat het vrij zichzelf te behagen. > Ze waren niet mooi, deze vrouwen. Mooi schoot als beschrijving mijlenver te kort. > Ze waren sluw. Machtig. Geslepen. Trots. Gevaarlijk. > Ze waren sterk. > Ze waren dapper. > Ze waren beeldschoon. > Uiteindelijk, na wat Isabelle > ‘Dat gevoel dat je krijgt als je iemand helemaal wilt bezitten, lichaam en ziel, als je haar bij alle anderen weg wilt halen, zodat je haar de rest van je leven helemaal voor jezelf hebt,’ zei Hugo dromerig. ‘Dat heet liefde.’ > ‘Nee, dat heet ontvoering,’ zei Tavi > Ik wilde boeken. Ik wilde wiskunde en wetenschap. Ik wilde een goede opleiding,’ zei Tavi met ogen die schitterden van de emotie. ‘Maar ik kreeg korsetten, japonnen en schoenen met hoge hakken. Dat maakte me verdrietig, Hugo. En vervolgens maakte het me boos. Dus nee, ik kan niet wat sympathieker zijn. Dat heb ik geprobeerd. Keer op keer. En het werkt niet. Als ik mezelf al geen leuk mens vind, waarom zou jij dat dan wel vinden?’ > Wie heeft ons tegen elkaar opgezet, Ella, vroeg ze zich af. Waren het die mannen? Was het Maman? Of was het gewoon de wrede wereld in het algemeen? > Toen stond ze op en fluisterde tegen de lengende schaduwen: ‘Ik haat jou helemaal niet, Ella. Ik heb jou nooit gehaat. Alleen mezelf > In Isabelles binnenste leeft een wolf. Ze doet haar best hem in bedwang te houden, maar zijn honger groeit. Hij breekt haar ruggengraat en verslindt haar hart. > Ren naar huis. Sla de deur achter je dicht. Schuif de grendel ervoor. Het helpt allemaal niets. > De wolven in het woud hebben scherpe tanden en lange klauwen, maar juist de wolf in je binnenste zal je verscheuren. > Anders-zijn was niet iets wat werd gewaardeerd in een kaas. > Of in een meisje. > ‘Negeer ze,’ zei hij tegen Isabelle. ‘Wat ze zeiden… Het is niet waar.’ > ‘Waarom zeggen ze het dan?’ vroeg Isabelle zachtjes. > Felix keek naar haar. Naar dat meisje. Dat moe en vuil was, doorweekt van het bloed en het zweet, maar rebels. Dat meisje. Dat drie hulpeloze dieren die niemand meer wilde hebben van de slacht had gered. > ‘Dat is niet de vraag, Isabelle,’ antwoordde hij al even zachtjes. ‘De vraag is: waarom geloof je hen?’